Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen ging Haman ten zelfden dage uit, [14]vrolijk en [15]goedsmoeds; maar toen Haman Mordechai zag in de poort [16]des konings, en dat hij niet opstond, noch [17]zich voor hem bewoog, zo werd Haman vervuld met grimmigheid op Mordechai. 14. Te weten, omdat hij de eer had, dat hij alleen tot het banket der koningin genodigd was. 15. Hebreeuws, goed van het hart, of goed van harte. 16. Dat is, van het huis des konings. 17. Zie boven, hfdst.3 vs.2.